DEMORGEN.BE Artikel van Hilde Van Mieghem

Verbijsterd ben ik, en overstuur, van het luisteren naar de verhalen over spiralen van geweld
Voor wie er zin in heeft ❤️ Mijn ween.
‘Ja, maar moemie, mijn ween is nog niet over!’ Snikkend legt mijn kleindochter Gloria me uit waarom ze niet kan stoppen met huilen nadat ze gevallen is en zich pijn gedaan heeft. Ook al is het voorbij, doet het niet meer pijn, knuffel en sus ik haar met de liefste woordjes: haar ween is nog niet over. Zo eenvoudig is het.
Nu ik bezig ben met het interviewen van getuigen voor de nieuwe documentaireserie ‘Als je eens wist…’ - deze keer over intrafamiliaal geweld - moet ik er vaak aan denken als ik ’s avonds afgepeigerd in de zetel plof en het verdriet niet van me afgeschud krijg. ‘Mijn ween is nog niet over’, mompel ik dan tegen mijn hondje Mr. Wilson, die feilloos aanvoelt dat ik verdrietig of angstig ben en troostend tegen me aan komt liggen.
Er zijn dagen dat ik zo verbijsterd ben, diep verdrietig en overstuur, van het kijken en luisteren naar hoe deze mensen machteloos vastzitten in spiralen van geweld. De wanhoop, de zelfhaat en hun onvermogen om het lot te keren en te kiezen voor warmte, schoonheid en liefde, is verpletterend. Hun ween krijgt zelfs geen kans meer. Weendood.
Sommige mensen hebben de kracht gewoon niet. Het ontbreekt hen aan middelen. Ze hebben het nooit geleerd, hebben nooit liefde gekend, werden nooit gesust of getroost. Wel integendeel, ze kregen er nog een pak rammel bovenop. Ze zijn kapot. Innerlijk bevinden ze zich in een verzengende en uitzichtloze woestijn. Hun ween is lang geleden verdampt.
Hun verhalen doen me wankelen, ze katapulteren me terug naar de hel van geweld die ik maar al te goed gekend heb als kind. Ik weet hoeveel tijd, immense inspanning en kracht het vraagt om daar uit te geraken. Het is precies die onmacht die ik zie om dat geweld te doorbreken, het onafwendbaar verderzetten ervan, dat me panisch maakt.
Er is niet veel nodig of het laait weer op en rijst de pan uit. Een virus volstaat. De dagelijkse meldingen van huiselijk geweld zijn verdubbeld. Verdubbeld!
Eens te meer besef ik dat de basis van geweld, van alle geweld, van oorlog en doodslag, in de kindertijd ligt. De eeuwenoude ween van de mensheid is nog lang niet over.
'Wenn du lange in einen Abgrund blickst, blickt der Abgrund auch in dich hinein.' citeert mijn psychiater Nietzsche. Psychologische begeleiding bij het maken van zo’n documentaire is geen overbodige luxe. Als ik bij hem kom heb ik in mijn hoofd een stapel dampende pannenkoeken, nee, pannenkoekenbrij. Slap, beige, niet goed doorbakken deeg. Zonder stroop. Van hersenen geen spoor meer. Van verbindingen - neurotransmitters, elektriciteit, oplichtende delen - geen sprake. Uitgeteld. Platgewalst, knock out.
De damp in mijn schedel condenseert tot tranen die langs mijn ogen hun weg vinden naar buiten. Gelukkig maar, anders zou het ontploffen daarboven en wie wil er nu pannenkoekenbrij tegen het plafond?
Bij mijn psy kan ik wankelen, mijn tranen de vrije loop laten, ongegeneerd, zolang het nodig is. Bij hem mag mijn ween bestaan.
 
 
Afbeelding kan het volgende bevatten: tekenen